Vertaling van relative

Inhoud:

Engels
Nederlands
relative, relative pronoun {zn.}
Relatief voornaamwoord
betrekkelijk voornaamwoord [o]
relative, kinsman, relation {zn.}
bloedverwant [m]
verwant  [m]
familielid [o]
relative {bn.}
betrekkelijk
relatief
female relative, relative, kinswoman {zn.}
vrouwelijke verwant
verwant 
vrouwelijk familielid
familielid [o]
relation, relative {zn.}
geparenteerd
vermaagschapt
verwant
relation, relative {zn.}
verwant [m] (de ~)
naverwant
bloedverwant [m] (de ~)
maag
familielid [m] (het ~)
congenator, congener, congeneric, relative {zn.}
nabestaanden
nabestaande [m] (de ~)
congenator, congener, congeneric, relative {zn.}
soortgenoot [m] (de ~)
congenator, congener, congeneric, relative {zn.}
relatief
betrekkelijk