Vertaling van residence
Inhoud:
Engels
Nederlands
residence {zn.}
hofstad
residentiestad
residentiestad
abode, dwelling-place, residence, domicile {zn.}
woonplaats
domicilie
domicilie
habitation, residence {zn.}
bewoning
They hired a moving company to transport their belongings to their new home.
Ze hebben een verhuisfirma gevraagd om hun eigendommen naar hun nieuwe woning te verhuizen.
residence {zn.}
residentie
residence {zn.}
residentie
abode, residence {zn.}
onderkomen
verblijf
verblijfplaats
verblijf
verblijfplaats
abidance, residence, residency {zn.}
assistentschap
abidance, residence, residency {zn.}
residentschap
hall, manse, mansion, mansion house, residence {zn.}
herenhuis
patriciërshuis
patriciërshuis
hall, manse, mansion, mansion house, residence {zn.}
villa
abidance, residence, residency {zn.}
ambtswoning
abidance, residence, residency {zn.}
residentschap