Vertaling van rival
Inhoud:
Engels
Nederlands
to rival, to vie {ww.}
wedijveren
I rival
you rival
we rival
ik wedijver
jij wedijvert
wij wedijveren
» meer vervoegingen van wedijveren
rival {zn.}
mededinger
rivaal
concurrent
rivaal
concurrent
to rival {ww.}
beconcurreren
I rival
you rival
we rival
ik beconcurreer
jij beconcurreert
wij beconcurreren
» meer vervoegingen van beconcurreren
to compete, to rival, to contend, to vie {ww.}
meedingen
wedijveren
concurreren
wedijveren
concurreren
I rival
you rival
we rival
ik ding mee
jij dingt mee
wij dingen mee
» meer vervoegingen van meedingen
to equal, to match, to rival, to touch {ww.}
opwegen
evenaren
evenaren
I rival
you rival
we rival
ik weeg op
jij weegt op
wij wegen op
» meer vervoegingen van opwegen
challenger, competition, competitor, contender, rival {zn.}
concurrent
challenger, competition, competitor, contender, rival {zn.}
rivaal
challenger, competition, competitor, contender, rival {zn.}
rivaal
medeminnaar
medeminnaar