Vertaling van room
plaats
I room
you room
we room
ik woon in
jij woont in
wij wonen in
» meer vervoegingen van inwonen
Voorbeelden in zinsverband
Mr. Johnson's room was a large room.
De kamer van Mr. Johnson was een grote kamer.
The room was warm.
De kamer was warm.
Mayuko entered the room.
Mayuko kwam de kamer binnen.
He entered his room.
Hij ging zijn kamer binnen.
My room faces east.
Mijn kamer kijkt uit op het oosten.
My room key, please.
Mijn kamersleutel graag.
Room for rent.
Kamer te huur.
Let's clean our room.
Laten we onze kamer kuisen.
He entered the room.
Hij kwam de kamer binnen.
He left the room.
Hij verliet de kamer.
This room is large enough.
Deze kamer is groot genoeg.
Her room has red walls.
Haar kamer heeft rode muren.
He looked around the room.
Hij keek de kamer rond.
John ran into the room.
John liep de kamer in.
My room number is 5.
Het nummer van mijn kamer is 5.