Vertaling van ruffle
Inhoud:
Engels
Nederlands
to ruffle {ww.}
rimpelen
doen krullen
doen krullen
I ruffle
you ruffle
we ruffle
ik rimpel
jij rimpelt
wij rimpelen
» meer vervoegingen van rimpelen
to disturb, to ruffle, to trouble {ww.}
vertroebelen
I ruffle
you ruffle
we ruffle
ik vertroebel
jij vertroebelt
wij vertroebelen
» meer vervoegingen van vertroebelen
to agitate, to alarm, to disturb, to perturb, to ruffle, to trouble, to unsettle, to upset, to worry {ww.}
verontrusten
benauwen
benauwen
I ruffle
you ruffle
we ruffle
ik verontrust
jij verontrust
wij verontrusten
» meer vervoegingen van verontrusten
to dishevel, to tousle, to mess, to ruffle, to jostle, to disarray {ww.}
verfomfaaien
in de war brengen
in de war brengen
I ruffle
you ruffle
we ruffle
ik verfomfaai
jij verfomfaait
wij verfomfaaien
» meer vervoegingen van verfomfaaien
frill, ruche, ruff, ruffle {zn.}
plooisel
krul
krul
to mess up, to ruffle, to ruffle up, to rumple {ww.}
inkankeren
verkankeren
verkankeren
I ruffle
you ruffle
we ruffle
ik verkanker
jij verkankert
wij verkankeren
» meer vervoegingen van verkankeren
to pleat, to ruffle {ww.}
plisseren
I ruffle
you ruffle
we ruffle
ik plisseer
jij plisseert
wij plisseren
» meer vervoegingen van plisseren