Vertaling van say
I say
you say
we say
ik zeg
jij zegt
wij zeggen
» meer vervoegingen van zeggen
spreken
uitbrengen
I say
you say
we say
ik zeg
jij zegt
wij zeggen
» meer vervoegingen van zeggen
I say
you say
we say
ik luid
jij luidt
wij luiden
» meer vervoegingen van luiden
I say
you say
we say
ik spreek uit
jij spreekt uit
wij spreken uit
» meer vervoegingen van uitspreken
I say
you say
we say
ik luid
jij luidt
wij luiden
» meer vervoegingen van luiden
I say
you say
we say
ik sta
jij staat
wij staan
» meer vervoegingen van staan
I say
you say
we say
ik articuleer
jij articuleert
wij articuleren
» meer vervoegingen van articuleren
Voorbeelden in zinsverband
Say 'ahhh'.
Zeg eens "aaa".
Some say this, and others say that.
Sommigen zeggen dit, en anderen zeggen dat.
Say that again, please.
Zeg dat opnieuw, alsjeblieft.
What did she say?
Wat zei ze?
Did Tom say anything?
Zei Tom iets?
May I say something?
Mag ik iets zeggen?
You can't say "No."
Je kan niet "nee" zeggen.
Don't say that.
Zeg dat niet.
He didn't say anything.
Hij zei niets.
What did he say?
Wat heeft hij gezegd?
If you say so.
Als jij het zegt.
What did you say?
Wat heb je gezegd?
Say it in English.
Zeg het in het Engels.
If you have nothing to say, say nothing.
Als ge niets te zeggen hebt, zeg dan niets.
It's not what you say, but how you say it.
Het is niet wat je zegt, maar hoe je het zegt.