Vertaling van sea
zee-
stortzee
schat
stroom
Voorbeelden in zinsverband
Mary is a sea urchin.
Mary is een zeeëgel.
He's afraid of the sea.
Hij is bang voor de zee.
Many men died at sea.
Vele mannen stierven op zee.
The ship sank in the sea.
Het schip zonk in zee.
She has a house by the sea.
Ze heeft een huis aan de zee.
My home lies far across the sea.
Mijn huis ligt ver over de zee.
Her house is near the sea.
Haar huis is dichtbij de zee.
He rode a horse to the sea.
Hij reed te paard naar de zee.
Water boils at 100 degrees Celsius at sea level.
Op zeeniveau kookt water bij 100 graden Celsius.
The earth is made up of sea and land.
De aarde bestaat uit zee and land.
Ireland and England are separated by the sea.
De zee scheidt Ierland van Engeland.
That octopus returned to the sea without being eaten.
De octopus keerde terug naar de zee, zonder opgegeten te worden.
The mountain is 2000 meters above sea level.
De berg is tweeduizend meter boven het zeeniveau.
It's warm today so you can swim in the sea.
Het is warm vandaag, dus je kunt in zee zwemmen.
Last year, he spent three months at sea.
Hij heeft vorig jaar drie maanden op zee doorgebracht.