Vertaling van share

Inhoud:

Engels
Nederlands
to share {ww.}
delen
samen gebruiken

I share
you share
we share

ik deel
jij deelt
wij delen
» meer vervoegingen van delen

Tom doesn't like to share.
Tom houdt er niet van om te delen.
You must share your work with others.
Je moet je werk met anderen delen.
share {zn.}
actie  [v]
aandeel  [o]
share {zn.}
aandeel  [o]
share, helping, portion, ration {zn.}
portie  [v]
deel [o]
taks [m]
rantsoen [o]
aandeel  [o]
His aunt's apple pie was delicious, so he had a second helping.
De appeltaart van zijn tante was heerlijk, dus hij nam een tweede portie.
Whoever thinks: "These days, everyone speaks English" or "The entire world speaks English" without asking what portion of the global population it is that speaks English…
Wie denkt: "vandaag de dag spreekt iedereen Engels" of "de hele wereld spreekt Engels" zonder te vragen welk deel van de wereldbevolking Engels spreekt, en wat het niveau…
share, royalties {zn.}
tantième
to divide, to separate, to share {ww.}
delen
verdelen 
opsplitsen
splitsen
afbreken 

I share
you share
we share

ik deel
jij deelt
wij delen
» meer vervoegingen van delen

I don't want to share my room with Tom.
Ik wil mijn kamer niet met Tom delen.
to interchange, to swap, to change, to exchange, to share, to switch, to trade {ww.}
wisselen 
ruilen 
verruilen
uitwisselen
inwisselen
inruilen

I share
you share
we share

ik wissel
jij wisselt
wij wisselen
» meer vervoegingen van wisselen

Let me exchange seats with you.
Laten we van plaats wisselen.
I would like to exchange this shirt that I bought yesterday.
Ik zou graag dit hemd, dat ik gisteren gekocht heb, ruilen.
to share {ww.}
delen

I share
you share
we share

ik deel
jij deelt
wij delen
» meer vervoegingen van delen

part, piece, share, component, portion {zn.}
deel
stuk 
gedeelte
part
onderdeel
Give me a piece of paper.
Geef mij een stuk papier.
He took out a piece of chalk.
Hij nam een stuk krijt.
to apportion, to deal, to divvy up, to portion out, to share {ww.}
verdelen
distribueren
delen

I share
you share
we share

ik verdeel
jij verdeelt
wij verdelen
» meer vervoegingen van verdelen



Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

Tom doesn't like to share.

Tom houdt er niet van om te delen.

English and German share a common ancestor.

Engels en Duits hebben een gezamenlijke stamvader.

You must share your work with others.

Je moet je werk met anderen delen.

I don't want to share my room with Tom.

Ik wil mijn kamer niet met Tom delen.


Gerelateerd aan share

helping - portion - ration - royalties - divide - separate - interchange - swap - change - exchange - switch - trade - part - piece - componenthave - carve up