Vertaling van shatter
Inhoud:
Engels
Nederlands
to crush, to shatter {ww.}
tot gruis stampen
to batter, to dash, to shatter {ww.}
uiteenslaan
to crush, to shatter, to smash, to dash, to destroy {ww.}
verpletteren
verbrijzelen
vermorzelen
intrappen
verbrijzelen
vermorzelen
intrappen
to shatter {ww.}
inschieten
inschoppen
inschoppen