Vertaling van shout
Inhoud:
Engels
Nederlands
cry, shout, call {zn.}
roep
kreet
schreeuw
kreet
schreeuw
Call the doctor!
Roep de dokter!
I heard a shout and then a crash.
Ik hoorde een kreet en daarna een botsing.
I heard a woman scream.
Ik hoorde een vrouw schreeuwen.
to shout {ww.}
schreeuwen
roepen
roepen
to call out, to cry, to cry out, to exclaim, to outcry, to shout {ww.}
exclameren
uitschreeuwen
uitroepen
uitschreeuwen
uitroepen
to call out, to cry, to cry out, to exclaim, to outcry, to shout {ww.}
uitjubelen
to call, to cry, to holler, to hollo, to scream, to shout, to shout out, to squall, to yell {ww.}
schreeuwen
blèren
blèren
to call out, to cry, to cry out, to exclaim, to outcry, to shout {ww.}
afroepen
to call, to cry, to holler, to hollo, to scream, to shout, to shout out, to squall, to yell {ww.}
schreeuwen
to abuse, to blackguard, to clapperclaw, to shout {ww.}
radbraken
to abuse, to blackguard, to clapperclaw, to shout {ww.}
toeschreeuwen
toebrullen
toeroepen
toebrullen
toeroepen
to abuse, to blackguard, to clapperclaw, to shout {ww.}
uitschelden
stijfvloeken
uitfoeteren
uitjouwen
uitkafferen
uitketteren
uitveteren
stijfvloeken
uitfoeteren
uitjouwen
uitkafferen
uitketteren
uitveteren
to abuse, to blackguard, to clapperclaw, to shout {ww.}
openkrabben