Vertaling van shut off
I shut
you shut
we shut
ik sluit
jij sluit
wij sluiten
» meer vervoegingen van sluiten
they shut
he/she/it shut
they shut
zij gaan dicht
hij/zij/het ging dicht
zij gingen dicht
» meer vervoegingen van dichtgaan
dichten
toedoen
dichtdoen
dichtmaken
I shut
you shut
we shut
ik sluit
jij sluit
wij sluiten
» meer vervoegingen van sluiten
I shut
you shut
we shut
ik sluit
jij sluit
wij sluiten
» meer vervoegingen van sluiten
I shut
you shut
we shut
ik sluit af
jij sluit af
wij sluiten af
» meer vervoegingen van afsluiten
I shut
you shut
we shut
ik weer
jij weert
wij weren
» meer vervoegingen van weren
I shut
you shut
we shut
ik luik
jij luikt
wij luiken
» meer vervoegingen van luiken