Vertaling van siblings
Inhoud:
Engels
Nederlands
siblings, brothers and sisters {eigenn.}
broers
zussen
Voorbeelden in zinsverband
Engels
Nederlands
Tom has 12 siblings.
Tom heeft 12 broers en zussen.
I've always wondered what it'd be like to have siblings.
Ik heb me altijd afgevraagd hoe het zou zijn om broertjes en zusjes te hebben.