Vertaling van six
Voorbeelden in zinsverband
It's almost six o'clock.
Het is bijna zes uur.
This house has six rooms.
Dit huis heeft zes kamers.
I'll be back at six.
Om zes uur ben ik terug.
The recipe serves six people.
Het recept is genoeg voor zes mensen.
I've shut all six windows.
Ik heb alle zes de vensters gesloten.
They spent six months building the house.
Ze zijn zes maanden bezig geweest om het huis te bouwen.
Two, four, six, etc. are even numbers.
2, 4, 6 enz. zijn even getallen.
She has a dog and six cats.
Ze heeft een hond en zes katten.
She's leaving the country in six months.
Binnen zes maanden verlaat ze het land.
That's insane! Your mom speaks six languages?
Dat is waanzinnig! Jouw moeder spreekt zes talen?
I quit smoking six months ago.
Ik ben twee maanden geleden gestopt met roken.
He has one dog and six cats.
Hij heeft een hond en zes katten.
The telephone call lasted six hours.
Het telefoongesprek duurde zes uur.
She's six years older than me.
Ze is zes jaar ouder dan ik.
Henry has no more than six dollars.
Henry heeft niet meer dan zes dollar.