Vertaling van size
grootheid
formaat
hoogte
uitgebreidheid
grootte
Voorbeelden in zinsverband
Do you know your size?
Weet u uw maat?
It's about the size of an egg.
Het is ongeveer even groot als een ei.
This shoe is a size bigger.
Deze schoen is een maat groter.
What size shoes do you wear?
Welke schoenmaat heeft u?
Asia is roughly four times the size of Europe.
Azië is ongeveer vier keer zo groot als Europa.
Your book is double the size of mine.
Jouw boek is dubbel zo groot als dat van mij.
I'm looking for a coat in my size.
Ik zoek een jas in mijn maat.
It is about the size of an egg.
Het is ongeveer even groot als een ei.
On this day in 1887 appeared in Warsaw a booklet of Ludwik Lejzer Zamenhof about the "International Language". Its size was modest, its motto ambitious: "For a language to be an international one, is not enough to call it as such." The name of the author was given as "Dr. Esperanto".
Op die dag in 1887 verscheen in Warschau een brochure van Ludwik Lejzer Zamenhof over een "Internationale Taal". Het was bescheiden van omvang, het motto mikte hoog: "Opdat een taal internationaal zou zijn, volstaat het niet ze zo te noemen". Als auteursnaam stond aangeduid "Doctor Esperanto".