Vertaling van sleep well
goeienacht
welterusten
pitten
maffen
I sleep
you sleep
we sleep
ik slaap
jij slaapt
wij slapen
» meer vervoegingen van slapen
I sleep
you sleep
we sleep
ik brons
jij bronst
wij bronzen
» meer vervoegingen van bronzen
rusten
meuren
slapend
snurken
pitten
maffen
knorren
keveren
bronzen
I sleep
you sleep
we sleep
ik slaap
jij slaapt
wij slapen
» meer vervoegingen van slapen
I sleep
you sleep
we sleep
ik slaap
jij slaapt
wij slapen
» meer vervoegingen van slapen
Voorbeelden in zinsverband
Sleep well, Timmy.
Slaap lekker, Timmy.
Don't you sleep well at night?
Slaap je niet goed 's nachts?
I couldn't sleep well last night, so I don't feel well.
Ik heb niet goed kunnen slapen gisterennacht, dus voel me niet zo goed.
Drinking warm milk before going to sleep helps you sleep well.
Warme melk voor het slapen gaan helpt echt om goed te slapen.