Vertaling van sold out

Inhoud:

Engels
Nederlands
sold out {bn.}
uitverkocht
to sell, to vend {ww.}
verkopen 
wegdoen
vervreemden 
verhandelen
tappen
overdoen

I sold
you sold
he/she/it sold

ik verkocht
jij verkocht
hij/zij/het verkocht
» meer vervoegingen van verkopen

I'm going to sell my house.
Ik ga mijn huis verkopen.
Do they sell notebooks at that store?
Verkopen ze schriften in die winkel?
to deal, to sell, to trade {ww.}
scharrelen

I sold
you sold
he/she/it sold

ik scharrelde
jij scharrelde
hij/zij/het scharrelde
» meer vervoegingen van scharrelen

to sell {ww.}
verkopen

I sold
you sold
he/she/it sold

ik verkocht
jij verkocht
hij/zij/het verkocht
» meer vervoegingen van verkopen

Who were you going to sell it to?
Aan wie ging je het verkopen?
Fiction novels sell better than reality. In fact, reality doesn't sell at all.
Fictieromans verkopen beter dan realiteit. In feite verkoopt realiteit helemaal niet.
to sell {ww.}
verkopen

I sold
you sold
he/she/it sold

ik verkocht
jij verkocht
hij/zij/het verkocht
» meer vervoegingen van verkopen

People would sell their souls to hear the concert from those seats.
Mensen zouden hun ziel verkopen om vanaf deze plaatsen naar het concert te luisteren.
to betray, to sell {ww.}
verlinken
verraden

I sold
you sold
he/she/it sold

ik verlinkte
jij verlinkte
hij/zij/het verlinkte
» meer vervoegingen van verlinken

to sell {ww.}
verkopen
slijten

I sold
you sold
he/she/it sold

ik verkocht
jij verkocht
hij/zij/het verkocht
» meer vervoegingen van verkopen

to deal, to sell, to trade {ww.}
dealen

I sold
you sold
he/she/it sold

ik dealde
jij dealde
hij/zij/het dealde
» meer vervoegingen van dealen



Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

All sold out!

Alles is uitverkocht!

The festival sold out within two hours.

Het festival was binnen twee uur uitverkocht.

The shop had sold out its stock of that magazine.

De winkel had dat tijdschrift niet meer, het was uitverkocht.


Gerelateerd aan sold out

sell - vend - deal - trade - betraymerchandise - come about - dilate - defect - change