Vertaling van someone
mens
man
figuur
Voorbeelden in zinsverband
Someone stole my passport.
Iemand heeft mijn paspoort gestolen.
Someone pushed me inside.
Iemand duwde me naar binnen.
Someone is calling you.
Iemand roept je.
Please ask someone else.
Vraag alsjeblieft iemand anders.
Someone is at the door.
Er is iemand aan de deur.
Why would someone kill Tom?
Waarom zou iemand Tom vermoorden?
I need someone to talk with.
Ik heb nood aan iemand om met te praten.
Someone named Henry wanted to see you.
Een zekere 'Henry' wilde jou zien.
Oleg is happy that someone loves him.
Oleg is blij dat iemand van hem houdt.
I want someone to talk to.
Ik wil iemand om mee te praten.
I'll never find someone like him.
Ik zal nooit iemand zoals hij vinden.
Someone is knocking on the door.
Iemand klopt op de deur.
Someone is knocking at the door.
Iemand klopt op de deur.
I need someone to understand me.
Ik heb iemand nodig die mij begrijpt.
Tom wants someone to love him.
Tom wil dat iemand van hem houdt.