Vertaling van sour
Inhoud:
Engels
Nederlands
to acidify, to sour, to acetify, to acidulate {ww.}
verzuren
zuur maken
zuren
zuur maken
zuren
to acidify, to sour, to acetify, to acidulate {ww.}
zuren
zuur maken
verzuren
zuur maken
verzuren
acid, sour, tart, acidic, acidulent, acidulous {bn.}
rens
zurig
zuurachtig
rins
zuur
zurig
zuurachtig
rins
zuur
to acidify, to sour, to grow sour {ww.}
zuur worden
verzuren
verzuren
Voorbeelden in zinsverband
Engels
Nederlands
Lemons are sour.
Citroenen zijn zuur.
This juice tastes sour.
Dit sap smaakt zuur.
Is it sweet or sour?
Is het zoet of zuur?