Vertaling van spite

Inhoud:

Engels
Nederlands
resentment, spite {zn.}
wrevel
wreveligheid [v]
defiance, spite, flouting {zn.}
trots
to bruise, to hurt, to injure, to offend, to spite, to wound {ww.}
smaden
insulteren
affronteren
froisseren
beledigen
bitchiness, cattiness, nastiness, spite, spitefulness {zn.}
opzet [o] (het ~)
moedwil [m] (de ~)
bitchiness, cattiness, nastiness, spite, spitefulness {zn.}
kwaadwilligheid [v] (de ~)
venijnigheid
kwaadaardigheid
to bruise, to hurt, to injure, to offend, to spite, to wound {ww.}
kwetsen
krenken
steken
grieven
bitchiness, cattiness, nastiness, spite, spitefulness {zn.}
valsheid [v] (de ~)


Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

He came in spite of bad weather.

Hij kwam, ondanks het slechte weer.

In spite of the language difficulty, we soon become friends.

Ondanks de taalproblemen werden we al vlug vrienden.

I went out in spite of the rain.

Ondanks de regen ben ik naar buiten gegaan.

She arrived at school on time in spite of the snowstorm.

Ze kwam tijdig op school aan ondanks de sneeuwstorm.


Gerelateerd aan spite

resentment - defiance - flouting - bruise - hurt - injure - offend - wound - bitchiness - cattiness - nastiness - spitefulnessdo by - aim - evil - harm