Vertaling van spousal relationship

Inhoud:

Engels
Nederlands
marriage, matrimony, spousal relationship, union, wedlock {zn.}
huwelijk [o] (het ~)
matrimonium
huwelijksband [m] (de ~)
echtvereniging [m] (de ~)
echtverbintenis
echt [m] (de ~)
These endless business trips are telling on his marriage.
Deze eindeloze zakenreizen vertellen veel over zijn huwelijk.


Gerelateerd aan spousal relationship

marriage - matrimony - union - wedlockcommitment