Vertaling van stab
Inhoud:
Engels
Nederlands
to stab {ww.}
neersteken
met een dolk steken
met een dolk steken
to stab {ww.}
overhoop steken
doodsteken
doodsteken
to pick, to stab, to sting, to pierce, to prick, to puncture, to pique, to stick {ww.}
Don't forget to pick me up at 6 o'clock tomorrow.
Vergeet me niet op te pikken om zes uur morgenochtend.
to spike, to stab, to transfix {ww.}
doorprikken
doorsteken
doorsteken
prick, sting, stab {zn.}
steek
stoot
prik
stoot
prik