Vertaling van stain

Inhoud:

Engels
Nederlands
to stain {ww.}
afgeven 
to colour, to paint, to stain {ww.}
verven 
kleuren
to dye, to tint, to stain {ww.}
verven 
dye, tincture, stain {zn.}
verf 
tinctuur [v]
to soil, to spot, to stain, to mar {ww.}
bevlekken
vlekken
bezoedelen
smetten
bekladden
blot, spot, stain, blotch, blob {zn.}
plek 
vlek
smet
mop
moet
klak
klad
Tom has a bald spot.
Tom heeft een kale plek.
mordant, stain, wood-dye, wood-stain {zn.}
beits [o]


Gerelateerd aan stain

colour - paint - dye - tint - tincture - soil - spot - mar - blot - blotch - blob - mordant - wood-dye - wood-stain