Vertaling van stand

Inhoud:

Engels
Nederlands
to stand {ww.}
staan

I stand
you stand
we stand

ik sta
jij staat
wij staan
» meer vervoegingen van staan

stand, tripod {zn.}
stander
statief 
stand, stall {zn.}
stand
stalletje [o]
stand {zn.}
verzet
to abide, to bear, to carry out, to endure, to put up with, to suffer, to stand, to carry away, to afford {ww.}
dragen 
naar buiten brengen
uithouden
verdragen 

I stand
you stand
we stand

ik draag
jij draagt
wij dragen
» meer vervoegingen van dragen

to endure, to put up with, to tolerate, to abide, to brook, to condone, to stand, to stomach {ww.}
aanzien 
dulden
toelaten
tolereren
velen
verdragen 
pikken

I stand
you stand
we stand

ik zie aan
jij ziet aan
wij zien aan
» meer vervoegingen van aanzien

to abide, to endure, to bear, to cope, to stand, to withstand {ww.}
uitstaan
verdragen 
uithouden
harden
dulden
doorstaan

I stand
you stand
we stand

ik sta uit
jij staat uit
wij staan uit
» meer vervoegingen van uitstaan

I cannot stand this anymore.
Ik kan het niet meer uithouden.
I cannot bear the pain any more.
Ik kan de pijn niet meer uitstaan.
to erect, to establish, to institute, to pitch, to raise, to set, to stand, to set up {ww.}
vestigen 
oprichten
opslaan
neerzetten

I stand
you stand
we stand

ik vestig
jij vestigt
wij vestigen
» meer vervoegingen van vestigen

to resist, to withstand, to stand {ww.}
weerstaan
zich verzetten
tegenstreven
tegenspartelen

I stand
you stand
we stand

ik weersta
jij weerstaat
wij weerstaan
» meer vervoegingen van weerstaan

I can resist everything except temptation.
Ik kan aan alles weerstaan behalve aan verleiding.
My house is designed to withstand an earthquake.
Mijn huis is ontworpen om een aardbeving te weerstaan.
to get up, to rise, to stand, to stand up {ww.}
gaan staan
opstaan

I stand
you stand
we stand

ik sta op
jij staat op
wij staan op
» meer vervoegingen van opstaan

viewpoint, point of view, angle, outlook, position, stand, stance, standpoint {zn.}
gezichtspunt
standpunt
shed, stand, booth, lean-to, stall {zn.}
stalletje [o]
keet
kraam
loods  [v]
schuur [v]
tent  [v]
halt, stop, stoppage, stand, standstill {zn.}
stilstand
contention, viewpoint, position, stand, stance, standpoint, angle {zn.}
standpunt
opinion, contention, sentiment, stand, view, viewpoint {zn.}
dunk [m]
mening  [v]
opinie [v]
visie [v]
zienswijze
pedestal, stand {zn.}
postament
voetstuk
position, locus, posture, situation, stand, attitude {zn.}
houding  [v]
positie [v]
stand
foothold, footing, stand, station {zn.}
staanplaats
standplaats
bench, easel, trestle, workbench, stand {zn.}
bank  [v]
werkbank
stander
schraag
rek
stellage [v]
ezel  [m]
bok [m]
Where is the nearest bench?
Waar is de dichtstbijzijnde bank?
She sat on the bench.
Ze zat op de bank.
pedestal, base, plinth, stand {zn.}
voetstuk
sokkel


Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

Stand up!

Sta op!

Stand up, please.

Sta recht, alsjeblieft.

I stand corrected.

Ik neem alles terug.

Did you stand up?

Stond je op?

I can't stand cowards.

Ik heb een hekel aan lafaarden.

We stand for democracy.

Wij staan voor democratie.

I can't stand noisy children.

Ik kan niet tegen lawaaierige kinderen.

I cannot stand this anymore.

Ik kan het niet meer uithouden.

Don't just stand there. Call security.

Blijf daar niet zo staan, bel de beveiliging!

You don't need to stand up.

Je hoeft niet op te staan.

I can't stand this hot weather.

Ik kan dit hete weer niet uitstaan.

What do the letters WHO stand for?

Waar staan de letters WHO voor?

We must stand up for our rights.

We moeten voor onze rechten opkomen.

I can no longer stand the cold.

Ik hou die kou niet langer uit.

The pain was more than he could stand.

De pijn was voor hem onverdraaglijk.


Gerelateerd aan stand

tripod - stall - abide - bear - carry out - endure - put up with - suffer - carry away - afford - tolerate - brook - condone - stomach - cope