Vertaling van standing
roep
naam
faam
zich verzetten
tegenstreven
tegenspartelen
gaan staan
I am standing
I am standing
I am standing
Voorbeelden in zinsverband
Who's that man standing over there?
Wie is die man die daar staat?
He is standing on the stage.
Hij staat op het podium.
Who's that woman standing over there?
Wie is die vrouw die daar staat?
Santa Claus was standing in the garden.
De kerstman stond in de tuin.
The man who is standing over there is my father.
De man die daar staat is mijn vader.
Do you know the girl standing by the window?
Ken je het meisje dat aan het raam staat?
Since there wasn't any more room at the table, I had to eat standing up.
Omdat er geen plek meer was aan tafel, moest ik staand eten.
There being no vacant seat in the bus, I kept on standing.
Gezien er geen vrije zitplaatsen waren in de bus bleef ik staan.
When I opened my eyes again, all of a sudden an unknown lady was standing right in front of me.
Toen ik mijn ogen weer open deed, stond er ineens een onbekende dame voor mijn neus.