Vertaling van sting
Inhoud:
Engels
Nederlands
to adhere, to stick, to sting {ww.}
elkaar aantrekken
klitten
klitten
I sting
you sting
we sting
ik klit
jij klit
wij klitten
» meer vervoegingen van klitten
I sting
you sting
we sting
ik brand
jij brandt
wij branden
» meer vervoegingen van branden
The pastor said Tom's going to burn in hell.
De pastoor zei dat Tom in de hel zal branden.
With these eyes, I shall see mountains burn.
Met deze ogen zal ik bergen zien branden.
to pick, to stab, to sting, to pierce, to prick, to puncture, to pique, to stick {ww.}
I sting
you sting
we sting
ik pik
jij pikt
wij pikken
» meer vervoegingen van pikken
Don't forget to pick me up at 6 o'clock tomorrow.
Vergeet me niet op te pikken om zes uur morgenochtend.
prick, sting, stab {zn.}
steek
stoot
prik
stoot
prik
to bite, to burn, to sting {ww.}
snijden
I sting
you sting
we sting
ik snijd
jij snijdt
wij snijden
» meer vervoegingen van snijden
to bite, to prick, to sting {ww.}
steken
I sting
you sting
we sting
ik steek
jij steekt
wij steken
» meer vervoegingen van steken
to bite, to burn, to sting {ww.}
steken
I sting
you sting
we sting
ik steek
jij steekt
wij steken
» meer vervoegingen van steken
to bite, to prick, to sting {ww.}
doorbijten
I sting
you sting
we sting
ik bijt door
jij bijt door
wij bijten door
» meer vervoegingen van doorbijten