Vertaling van stir
Inhoud:
Engels
Nederlands
to excite, to agitate, to rouse, to stir up, to tintillate, to work up, to stir, to arouse {ww.}
werken op
verhitten
opwinden
prikkelen
aanwakkeren
verhitten
opwinden
prikkelen
aanwakkeren
Did you feel the earth move?
Voelde je de aarde bewegen?
Mario is so sick that he barely can move.
Mario is zo ziek dat hij zich nauwelijks nog kan bewegen.
Sadako wanted to say more, but her lips just didn't want to move anymore.
Sadako wou er nog meer aan toevoegen, maar haar lippen wouden niet meer bewegen.
excitement, agitation, ado, stir {zn.}
opwinding
gejaagdheid
gejaagdheid
She jumped about in excitement.
Ze sprong rond van opwinding.
I was looking for some excitement so I decided to bring the handcuffs.
Ik was op zoek naar wat opwinding, dus ik besloot de handboeien mee te brengen.
activity, gusto, spirit, stir, zest, dynamism, liveliness, vigour {zn.}
vertier
tierigheid
opgewektheid
drukte
bedrijvigheid
animo
tierigheid
opgewektheid
drukte
bedrijvigheid
animo
riot, tumult, agitation, clamour, havoc, mayhem, row, turmoil, stir {zn.}
herrie
roerigheid
rustverstoring
getier
rel
spektakel
tumult
roerigheid
rustverstoring
getier
rel
spektakel
tumult