Vertaling van story

Inhoud:

Engels
Nederlands
story, history, account, tale {zn.}
verhaal
geschiedenis  [v]
historie [v]
What a strange story!
Wat een raar verhaal!
His story was interesting.
Zijn verhaal was interessant.
story {zn.}
vertelsel [o] (het ~)
fairy-tale, story {zn.}
sprookje  [o]
The author translated the fairy tale into our mother tongue.
De auteur vertaalde het sprookje in onze moedertaal.
narrative, story, tale, account {zn.}
verhaal
vertelsel
relaas
vertelling [v]
His story sounds true.
Zijn verhaal klinkt correct.
His story is true.
Zijn verhaal is waar.
account, news report, report, story, write up {zn.}
rapport [o] (het ~)
floor, level, storey, story {zn.}
verdieping [v] (de ~)
etage [v] (de ~)
What floor do you live on?
Op welke verdieping woont ge?
My room is on the fourth floor.
Mijn kamer is op de vierde verdieping.
account, news report, report, story, write up {zn.}
verslag [o] (het ~)
We're in the process of writing the report now.
We zijn het verslag aan het schrijven.
Finishing the report by tomorrow is next to impossible.
Het is vrijwel onmogelijk om het verslag morgen af te hebben.
account, chronicle, history, story {zn.}
verhaal [o] (het ~)
geschiedenis [v] (de ~)
historie [m] (de ~)
vertelling [v] (de ~)
story
Does objective history exist?
Bestaat objectieve geschiedenis?
fib, story, tale, taradiddle, tarradiddle {zn.}
verhaaltje
account, chronicle, history, story {zn.}
gedenkboek
floor, level, storey, story {zn.}
woonlaag


Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

What a strange story!

Wat een raar verhaal!

His story was interesting.

Zijn verhaal was interessant.

It's a true story.

Het is een waargebeurd verhaal.

His story sounds true.

Zijn verhaal klinkt correct.

His story is true.

Zijn verhaal is waar.

Tell me the story.

Vertel me het verhaal.

Was her story true?

Was haar verhaal waar?

His story sounds strange.

Zijn verhaal klinkt raar.

His story was simplicity itself.

Zijn verhaal was de eenvoud zelve.

I'll tell you my story.

Ik zal jou mijn verhaal vertellen.

He made up that story.

Hij verzon dat verhaal.

I don't trust his story.

Ik vertrouw zijn verhaal niet.

She is a short story writer.

Zij schrijft novelles.

This is the end of my story.

Dit is het eind van mijn verhaal.

Yesterday I read an interesting story.

Gisteren las ik een interessant verhaal.


Gerelateerd aan story

history - account - tale - fairy-tale - narrative - news report - report - write up - floor - level - storey - chronicle - fib - taradiddle - tarradiddleaccount - description - book - floor