Vertaling van stroll

Inhoud:

Engels

Nederlands

stroll, walk, promenading, promenade {zn.}

wandelen
wandeling [v]
tippel

How was your walk?

Hoe was je wandeling?

Let's walk.

Laat ons wandelen.

stroll, walk {zn.}

wandeling [v]

Take a walk every day.

Maak elke dag een wandeling.

Tom takes a walk every morning.

Tom maakt elke ochtend een wandeling.

to stroll, to lounge about, to dawdle, to lounge, to saunter {ww.}

rondhangen
slenteren
flaneren
kuieren
drentelen

to go for a walk, to stroll {ww.}

wandelen
lopen
tippelen
aan de wandel zijn

to saunter, to stroll {ww.}

drentelen

to saunter, to stroll {ww.}

flaneren

amble, perambulation, promenade, saunter, stroll {zn.}

ommetje [o] (het ~)
loopje

With a mild, bright night like today, I always feel like going for a stroll at midnight.

Met zo'n zachte, heldere nacht als vandaag, krijg ik altijd zin om om middernacht een ommetje te maken.

amble, perambulation, promenade, saunter, stroll {zn.}

pantoffelparade

amble, perambulation, promenade, saunter, stroll {zn.}

telgang
lammergang

amble, perambulation, promenade, saunter, stroll {zn.}

slentergang