Vertaling van strum

Inhoud:

Engels
Nederlands
to strum {ww.}
tokkelen

I strum
you strum
we strum

ik tokkel
jij tokkelt
wij tokkelen
» meer vervoegingen van tokkelen

to strum, to thrum {ww.}
tokkelen

I strum
you strum
we strum

ik tokkel
jij tokkelt
wij tokkelen
» meer vervoegingen van tokkelen

to ring, to strum {ww.}
tokkelen
doen rinkelen
rinkelen met
bellen 

I strum
you strum
we strum

ik tokkel
jij tokkelt
wij tokkelen
» meer vervoegingen van tokkelen

strum {zn.}
getrommel
strum {zn.}
gehamer [o] (het ~)


Gerelateerd aan strum

thrum - ringplay - sound - commotion