Vertaling van subject

Inhoud:

Engels
Nederlands
subject {zn.}
onderdaan
subject, theme, topic {zn.}
onderwerp
thema
stof 
apropos [o]
Our topic of the week is: _____.
Ons thema van de week is: _____.
Your question is not relevant to the subject.
Je vraagt heeft niks met het onderwerp te maken.
subject {zn.}
onderwerp
subject
stof 
There are books and books on the subject.
Er zijn heel wat boeken over het onderwerp.
subject, school subject {zn.}
schoolvak
vak
article, object, thing, subject {zn.}
ding  [o]
onderwerp
voorwerp 
object
mikpunt
Let me say one thing.
Laat mij een ding zeggen.
You just have to promise me one thing.
Je moet me alleen één ding beloven.
to submit, to subject {ww.}
onderwerpen
knechten
subordinate, subject {zn.}
ondergeschikte
mindere


Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

Mathematics is my favorite subject.

Wiskunde is mijn lievelingsvak.

Languages are subject to constant change.

Talen zijn aan voortdurende verandering onderhevig.

Your question is not relevant to the subject.

Je vraagt heeft niks met het onderwerp te maken.

There are books and books on the subject.

Er zijn heel wat boeken over het onderwerp.


Gerelateerd aan subject

theme - topic - school subject - article - object - thing - submit - subordinate