Vertaling van summer
zomerseizoen
Voorbeelden in zinsverband
Summer has ended.
De zomer is voorbij.
Summer is over.
De zomer is voorbij.
The summer is over.
De zomer is voorbij.
Summer is gone.
De zomer is voorbij.
I love summer rain.
Ik hou van zomerregen.
It'll be summer vacation soon.
Het is bijna zomervakantie.
The summer vacation is over.
De zomervakantie is voorbij.
I like summer the best.
Ik hou het meest van de zomer.
Spring has passed and summer starts.
De lente is voorbij en de zomer begint.
Plant these seeds before summer sets in.
Plant deze zaden voordat de zomer begint.
In summer, eggs soon go bad.
In de zomer worden eieren rap slecht.
This is my hat in the summer.
Dit is mijn zomerhoed.
In the summer the humidity is high.
In de zomer is de luchtvochtigheid groot.
I'm looking forward to the summer vacation.
Ik kijk uit naar de zomervakantie.
I look forward to the summer vacation.
Ik kijk uit naar de zomervakantie.