Vertaling van swear in
beëdigen
they swear
he/she/it will swear
they will swear
zij zweren
hij/zij/het zal zweren
zij zult zweren
» meer vervoegingen van zweren
ketteren
vloeken
godslasteren
blasfemeren
I swear
you swear
we swear
ik ketter
jij kettert
wij ketteren
» meer vervoegingen van ketteren
I swear
you swear
we swear
ik vloek
jij vloekt
wij vloeken
» meer vervoegingen van vloeken
they swear
he/she/it will swear
they will swear
zij zweren
hij/zij/het zal zweren
zij zult zweren
» meer vervoegingen van zweren
they swear
he/she/it will swear
they will swear
zij zweren
hij/zij/het zal zweren
zij zult zweren
» meer vervoegingen van zweren
I swear
you swear
we swear
ik bezweer
jij bezweert
wij bezweren
» meer vervoegingen van bezweren
rekenen
geloven
steunen
leunen
bouwen
verlaten
betrouwen
I swear
you swear
we swear
ik vertrouw
jij vertrouwt
wij vertrouwen
» meer vervoegingen van vertrouwen
I swear
you swear
we swear
ik beëdig
jij beëdigt
wij beëdigen
» meer vervoegingen van beëdigen
they swear
he/she/it will swear
they will swear
zij zweren
hij/zij/het zal zweren
zij zult zweren
» meer vervoegingen van zweren
they swear
he/she/it will swear
they will swear
zij zweren
hij/zij/het zal zweren
zij zult zweren
» meer vervoegingen van zweren
I swear
you swear
we swear
ik vertrouw
jij vertrouwt
wij vertrouwen
» meer vervoegingen van vertrouwen
I swear
you swear
we swear
ik bezweer
jij bezweert
wij bezweren
» meer vervoegingen van bezweren
I swear
you swear
we swear
ik blasfemeer
jij blasfemeert
wij blasfemeren
» meer vervoegingen van blasfemeren