Vertaling van swing

Inhoud:

Engels

Nederlands

to swing, to oscilate {ww.}

slingeren
heen en weer slingeren
op en neer reizen

I swing
you swing
we swing

ik slinger
jij slingert
wij slingeren
» meer vervoegingen van slingeren

to swing, to dangle {ww.}

bungelen
zwaaien
bengelen

I swing
you swing
we swing

ik bungel
jij bungelt
wij bungelen
» meer vervoegingen van bungelen

swing {zn.}

schommel

swing, pendulum {zn.}

slinger [m]

to rock, to swing, to nod {ww.}

laten balanceren
doen schommelen

to brandish, to fling, to swing, to wave, to wave about, to beat, to flourish, to wag, to wield, to whirl {ww.}

swingen
zwaaien
slingeren

I swing
you swing
we swing

ik swing
jij swingt
wij swingen
» meer vervoegingen van swingen

to sway, to swing, to oscillate, to vibrate, to wag, to wave {ww.}

zwirrelen
zwindelen
zwieren
zwiepen
zwaaien
slingeren

I swing
you swing
we swing

ik zwindel
jij zwindelt
wij zwindelen
» meer vervoegingen van zwindelen

oscillation, swing {zn.}

oscillator