Vertaling van switch
stroomwisselaar
schakelaar
overschakelen
omleggen
I switch
you switch
we switch
ik schakel om
jij schakelt om
wij schakelen om
» meer vervoegingen van omschakelen
I switch
you switch
we switch
ik wissel
jij wisselt
wij wisselen
» meer vervoegingen van wisselen
verruiling
omruiling
uitwisseling
inwisseling
stokje
roede
gard
switchen
I switch
you switch
we switch
ik wissel om
jij wisselt om
wij wisselen om
» meer vervoegingen van omwisselen
switchen
I switch
you switch
we switch
ik schakel om
jij schakelt om
wij schakelen om
» meer vervoegingen van omschakelen
overgooien
I switch
you switch
we switch
ik omzet
jij omzet
wij omzetten
» meer vervoegingen van omzetten
I switch
you switch
we switch
ik schakel over
jij schakelt over
wij schakelen over
» meer vervoegingen van overschakelen
I switch
you switch
we switch
ik ruil
jij ruilt
wij ruilen
» meer vervoegingen van ruilen
I switch
you switch
we switch
ik wissel uit
jij wisselt uit
wij wisselen uit
» meer vervoegingen van uitwisselen
verwisseling
I switch
Voorbeelden in zinsverband
Switch off the light. I can't get to sleep.
Doe het licht uit. Ik kan niet in slaap komen.
Switch on the light. I can't see anything.
Doe het licht aan. Ik zie niks.