Vertaling van tack

Inhoud:

Engels
Nederlands
to tack, to tack about, to beat up against the wind, to beat {ww.}
laveren

I tack
you tack
we tack

ik laveer
jij laveert
wij laveren
» meer vervoegingen van laveren

tack {zn.}
hals 
to go about, to tack, to wear {ww.}
overstag gaan
bij de wind draaien
to tack, to wear round {ww.}
wenden

I tack
you tack
we tack

ik wend
jij wendt
wij wenden
» meer vervoegingen van wenden

to tack, to wear round {ww.}
opsteken

I tack
you tack
we tack

ik steek op
jij steekt op
wij steken op
» meer vervoegingen van opsteken

tack {zn.}
halstalie
to assemble, to piece, to put together, to set up, to tack, to tack together {ww.}
assembleren

I tack
you tack
we tack

ik assembleer
jij assembleert
wij assembleren
» meer vervoegingen van assembleren

to assemble, to piece, to put together, to set up, to tack, to tack together {ww.}
monteren

I tack
you tack
we tack

ik monteer
jij monteert
wij monteren
» meer vervoegingen van monteren

to baste, to tack {ww.}
aanrijgen
rijgen

I tack
you tack
we tack

ik rijg aan
jij rijgt aan
wij rijgen aan
» meer vervoegingen van aanrijgen

to assemble, to piece, to put together, to set up, to tack, to tack together {ww.}
componeren
construeren
opbouwen
samenstellen

I tack
you tack
we tack

ik componeer
jij componeert
wij componeren
» meer vervoegingen van componeren

to assemble, to piece, to put together, to set up, to tack, to tack together {ww.}
assembleren

I tack
you tack
we tack

ik assembleer
jij assembleert
wij assembleren
» meer vervoegingen van assembleren

to assemble, to piece, to put together, to set up, to tack, to tack together {ww.}
bijeenleggen

I tack
you tack
we tack

ik leg bijeen
jij legt bijeen
wij leggen bijeen
» meer vervoegingen van bijeenleggen

saddlery, stable gear, tack {zn.}
haam
paardentuig
paardetuig
saddlery, stable gear, tack {zn.}
rijgsteek