Vertaling van tag
I tag
you tag
we tag
ik etiketteer
jij etiketteert
wij etiketteren
» meer vervoegingen van etiketteren
etiket
krijgertje
vangertje
I tag
you tag
we tag
ik etiketteer
jij etiketteert
wij etiketteren
» meer vervoegingen van etiketteren
nahollen
naijlen
achteraanrennen
I tag
you tag
we tag
ik ren na
jij rent na
wij rennen na
» meer vervoegingen van narennen
nazetten
nazitten
achternazetten
I tag
you tag
we tag
ik zit achterna
jij zit achterna
wij zitten achterna
» meer vervoegingen van achternazitten
I tag
you tag
we tag
ik schaduw
jij schaduwt
wij schaduwen
» meer vervoegingen van schaduwen
I tag
you tag
we tag
ik achtervolg
jij achtervolgt
wij achtervolgen
» meer vervoegingen van achtervolgen
nalopen
I tag
you tag
we tag
ik loop achterna
jij loopt achterna
wij lopen achterna
» meer vervoegingen van achternalopen
deklei
vod
lompen
tod
Voorbeelden in zinsverband
Tom and Mary are playing tag.
Tom en Mary spelen tikkertje.
"No," the shopkeeper replied. "I'm quite serious. You saw the price tag."
"Nee," antwoordde de winkelier. "Ik meen het. U heeft het prijskaartje gezien."
My little sister and I used to play tag a lot. We would chase each other, and the one chasing would try to tag the one being chased and yell: "You're it!"
Mijn zusje en ik deden vaak tikkertje. Dan renden we achter elkaar aan, en de achterste probeerde de voorste te tikken en riep: "Tikkie, jij bent hem!"
As he looked through the store window, Dima's eyes widened as they fell upon a gorgeous black suit, and then widened even more when he noticed the 3,000,000.99 BYR price tag.
Hij keek door het etalagevenster en zijn ogen werden groot toen ze op een prachtig zwart pak vielen, en zijn ogen werden nog groter toen hij het prijskaartje van 3.000.000,99 BYR opmerkte.