Vertaling van take place
I place
you place
we place
ik doe
jij doet
wij doen
» meer vervoegingen van doen
I place
you place
we place
ik leg
jij legt
wij leggen
» meer vervoegingen van leggen
aanzetten
I place
you place
we place
ik doe voor
jij doet voor
wij doen voor
» meer vervoegingen van voordoen
I place
you place
we place
ik posteer
jij posteert
wij posteren
» meer vervoegingen van posteren
I place
you place
we place
ik detacheer
jij detacheert
wij detacheren
» meer vervoegingen van detacheren
I place
you place
we place
ik lig
jij ligt
wij liggen
» meer vervoegingen van liggen
executeren
geschieden
omgaan
afspelen
passeren
I place
you place
we place
ik beleg
jij belegt
wij beleggen
» meer vervoegingen van beleggen
plaatsen
I place
you place
we place
ik stel
jij stelt
wij stellen
» meer vervoegingen van stellen
I place
you place
we place
ik leg
jij legt
wij leggen
» meer vervoegingen van leggen
I place
you place
we place
ik wijs na
jij wijst na
wij wijzen na
» meer vervoegingen van nawijzen
I place
you place
we place
ik identificeer
jij identificeert
wij identificeren
» meer vervoegingen van identificeren
I place
you place
we place
ik investeer
jij investeert
wij investeren
» meer vervoegingen van investeren
I place
you place
we place
ik schaal in
jij schaalt in
wij schalen in
» meer vervoegingen van inschalen
I place
you place
we place
ik zet aan
jij zet aan
wij zetten aan
» meer vervoegingen van aanzetten
I place
you place
we place
ik stuur aan
jij stuurt aan
wij sturen aan
» meer vervoegingen van aansturen
I place
you place
we place
ik beoog
jij beoogt
wij beogen
» meer vervoegingen van beogen
I place
you place
we place
ik identificeer
jij identificeert
wij identificeren
» meer vervoegingen van identificeren
I place
you place
we place
ik steek
jij steekt
wij steken
» meer vervoegingen van steken
stoppen
steken
I place
you place
we place
ik doe
jij doet
wij doen
» meer vervoegingen van doen
I place
you place
we place
ik richt
jij richt
wij richten
» meer vervoegingen van richten
uitzetten
I place
you place
we place
ik plaats
jij plaatst
wij plaatsen
» meer vervoegingen van plaatsen
I place
you place
we place
ik plaats
jij plaatst
wij plaatsen
» meer vervoegingen van plaatsen
vastzetten
I place
you place
we place
ik leg vast
jij legt vast
wij leggen vast
» meer vervoegingen van vastleggen
I place
you place
we place
ik lokaliseer
jij lokaliseert
wij lokaliseren
» meer vervoegingen van lokaliseren
voorleggen
leggen
neerleggen
rusten
I place
you place
we place
ik deponeer
jij deponeert
wij deponeren
» meer vervoegingen van deponeren
I place
you place
we place
ik legitimeer
jij legitimeert
wij legitimeren
» meer vervoegingen van legitimeren
I place
you place
we place
ik stel op
jij stelt op
wij stellen op
» meer vervoegingen van opstellen
Voorbeelden in zinsverband
The match didn't take place.
De wedstrijd vond niet plaats.
The ceremony will take place tomorrow.
De ceremonie zal morgen plaatsvinden.
The wedding will take place next spring.
De bruiloft zal in het voorjaar plaatsvinden.