Vertaling van ten
Voorbeelden in zinsverband
The child counted ten.
Het kind telde er tien.
I have ten pens.
Ik heb tien pennen.
He speaks ten languages.
Hij spreekt 10 talen.
I'll stay here until ten.
Ik blijf hier tot tien uur.
Wait till I count ten.
Wacht tot ik tot tien tel.
This shirt costs ten dollars.
Dit hemd kost tien dollar.
I waited for ten minutes.
Ik heb tien minuten lang gewacht.
Nick owes me ten dollars.
Nick is mij tien dollar verschuldigd.
The class start at ten.
De les begint om tien uur.
They sank ten enemy ships.
Ze brachten tien vijandelijke schepen tot zinken.
You're ten times heavier than I am.
Je bent tien keer zwaarder dan ik.
I'll be back in ten minutes.
Ik ben over tien minuten terug.
They have been married for ten years.
Ze zijn tien jaar getrouwd geweest.
It is twenty minutes past ten.
Het is tien voor half elf.
He paid at most ten thousand dollars.
Hij heeft maximum tienduizend dollar betaald.