Vertaling van tendency

Inhoud:

Engels
Nederlands
tendency, bias, slant, thrust, trend, affection {zn.}
tendens 
trend
tendentie [v]
stroming [v]
strekking [v]
stemming  [v]
richting  [v]
tendency, inclination {zn.}
neiging [v]
zucht [v]
geneigdheid [v]
You have a tendency to talk too fast.
Je hebt de neiging om te snel te praten.
predisposition, tendency, disposition, aptitude {zn.}
gesteldheid [v]
wilsbeschikking [v]
aanleg  [m]
disposal, inclination, tendency, penchant, weakness {zn.}
neiging [v]
lust
zin  [m]
aanvechting  [v]
tendency, trend {zn.}
tendentie
trend [m] (de ~)
tendens [m] (de ~)
disposition, inclination, tendency {zn.}
neiging [v] (de ~)
aandrang [m] (de ~)
inclinatie
geneigdheid
aandrift
inclination, tendency {zn.}
tonica [v] (de ~)
grondtoon [m] (de ~)


Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

You have a tendency to talk too fast.

Je hebt de neiging om te snel te praten.

People have a tendency to underestimate their future needs.

De mensen zijn geneigd om hun toekomstige noden te onderschatten.


Gerelateerd aan tendency

bias - slant - thrust - trend - affection - inclination - predisposition - disposition - aptitude - disposal - penchant - weaknessattitude - trait