Vertaling van tense
Inhoud:
Engels
Nederlands
to stretch, to wind up, to rack, to strain, to stress, to tense, to tighten {ww.}
uitrekken
strekken
opwinden
spannen
nauwer aanhalen
strekken
opwinden
spannen
nauwer aanhalen
tense {zn.}
tempus
tijd
tijd
stringent, tense, tight {bn.}
gespannen
ingespannen
pakkend
spannend
strak
ingespannen
pakkend
spannend
strak
tense {zn.}
fortis
to strain, to tense, to tense up {ww.}
spannen