Vertaling van test
toetsen
bezoeken
I test
you test
we test
ik toets
jij toetst
wij toetsen
» meer vervoegingen van toetsen
I test
you test
we test
ik test
jij test
wij testen
» meer vervoegingen van testen
probeersel
I test
you test
we test
ik probeer
jij probeert
wij proberen
» meer vervoegingen van proberen
I test
you test
we test
ik vraag door
jij vraagt door
wij vragen door
» meer vervoegingen van doorvragen
I test
you test
we test
ik overhoor
jij overhoort
wij overhoren
» meer vervoegingen van overhoren
toetsen
uittesten
proberen
uitproberen
I test
you test
we test
ik test
jij test
wij testen
» meer vervoegingen van testen
I test
ondervragen
I test
you test
we test
ik examineer
jij examineert
wij examineren
» meer vervoegingen van examineren
I test
you test
we test
ik overhoor
jij overhoort
wij overhoren
» meer vervoegingen van overhoren
Voorbeelden in zinsverband
It's the ultimate test.
Het is de ultieme test.
Did he pass the test?
Is hij geslaagd voor de proef?
I found the test difficult.
Ik vond de test lastig.
He failed the breathalyzer test.
Hij kwam niet door de blaastest heen.
Miss Klein gives a test every Friday.
Mevrouw Klein geeft elke vrijdag een test.
Those students didn't both pass the test.
Deze leerlingen hebben beiden de proef gefaald.
The following people were put to the test.
De volgende personen werden aan de test onderworpen.
With all his efforts, he failed the test.
Ondanks alle moeite is hij niet geslaagd in de proef.
He asked me some questions about the math test.
Hij stelde enige vragen over het wiskundeproefwerk.
I am satisfied with the result of my math test.
Ik ben tevreden met de uitkomst van mijn wiskundetoets.
Did you stay home to study for the test?
Ben je thuis gebleven om te leren voor de toets?
We wish we didn't have to take a test in English.
Wij zouden willen dat we geen examen moesten afleggen in het Engels.