Vertaling van things
spullen
Voorbeelden in zinsverband
How are things?
Hoe gaat het ermee?
You are hearing things.
Je beeldt je dingen in.
Don't forget your things.
Vergeet je spullen niet.
Things are looking good.
Het ziet er goed uit.
Moderation in all things.
Alles met mate.
He can say such things.
Hij kan zoiets zeggen.
Well, stranger things have happened.
Nou, er zijn wel vreemdere dingen gebeurd.
I must be seeing things.
Ik moet wel dingen zien.
God is the cause of all things.
God is de oorzaak van alle dingen.
I have many things to do.
Ik heb veel dingen te doen.
There are more important things in life.
Er zijn belangrijkere dingen in het leven.
There are things you better don't know.
Er zijn zaken die je beter niet weet.
I have already packed my things.
Ik heb mijn spullen al gepakt.
I can put things in a box.
Ik kan dingen in een doos steken.
You remember things more easily than me.
Jij herinnert je de dingen gemakkelijker dan ik.