Vertaling van tire
I tire
you tire
we tire
ik verveel
jij verveelt
wij vervelen
» meer vervoegingen van vervelen
luchtband
I tire
you tire
we tire
ik slijt af
jij slijt af
wij slijten af
» meer vervoegingen van afslijten
I tire
you tire
we tire
ik verveel
jij verveelt
wij vervelen
» meer vervoegingen van vervelen
vermoeien
I tire
you tire
we tire
ik peiger af
jij peigert af
wij peigeren af
» meer vervoegingen van afpeigeren
I tire
you tire
we tire
ik teer in
jij teert in
wij teren in
» meer vervoegingen van interen
opdoen
opgebruiken
I tire
you tire
we tire
ik maak op
jij maakt op
wij maken op
» meer vervoegingen van opmaken
afsloven
afbeulen
I tire
you tire
we tire
ik peiger af
jij peigert af
wij peigeren af
» meer vervoegingen van afpeigeren
I tire
you tire
we tire
ik verslijt
jij verslijt
wij verslijten
» meer vervoegingen van verslijten
I tire
you tire
we tire
ik slijt
jij slijt
wij slijten
» meer vervoegingen van slijten
I tire
you tire
we tire
ik slijt af
jij slijt af
wij slijten af
» meer vervoegingen van afslijten
I tire
you tire
we tire
ik slijt uit
jij slijt uit
wij slijten uit
» meer vervoegingen van uitslijten
Voorbeelden in zinsverband
The tire leaks air.
De band is lek.
My bicycle has got a flat tire.
Mijn fiets heeft een lekke band.
Can you fix the flat tire now?
Kan je die lekke band nu herstellen?
My bicycle has a punctured tire.
Mijn fiets heeft een lekke band.
Do you have a bucket of water for me by any chance? I have a flat tire.
Heeft u misschien een emmer water voor mij? Ik heb een lekke band.