Vertaling van title

Inhoud:

Engels
Nederlands
to title, to designate, to entitle, to give a title to, to style {ww.}
betitelen
tituleren
titelen

I title
you title
we title

ik betitel
jij betitelt
wij betitelen
» meer vervoegingen van betitelen

title {zn.}
titel [m] (de ~)
degree, heading, title, caption, designation, style {zn.}
titel
kop  [m]
onderschrift
graad 
title {zn.}
titel [m] (de ~)
championship, title {zn.}
kampioenschap
titel [m] (de ~)
claim, title {zn.}
claim
claim, title {zn.}
eigendomsrecht [o] (het ~)
rubric, statute title, title {zn.}
titulatuur [v] (de ~)
claim, title {zn.}
eis [m] (de ~)
form of address, title, title of respect {zn.}
erenaam
eretitel [m] (de ~)
predikaat [o] (het ~)
claim, title {zn.}
vordering [v] (de ~)
claim, title {zn.}
mijnrecht
championship, title {zn.}
kampioenstitel
form of address, title, title of respect {zn.}
aanspreektitel [m] (de ~)