Vertaling van to appoint
I appoint
you appoint
we appoint
ik benoem
jij benoemt
wij benoemen
» meer vervoegingen van benoemen
I appoint
you appoint
we appoint
ik benoem
jij benoemt
wij benoemen
» meer vervoegingen van benoemen
I appoint
you appoint
we appoint
ik stel vast
jij stelt vast
wij stellen vast
» meer vervoegingen van vaststellen
toewijzen
I appoint
you appoint
we appoint
ik wijs toe
jij wijst toe
wij wijzen toe
» meer vervoegingen van toewijzen
I appoint
you appoint
we appoint
ik delegeer
jij delegeert
wij delegeren
» meer vervoegingen van delegeren
I appoint
you appoint
we appoint
ik draag op
jij draagt op
wij dragen op
» meer vervoegingen van opdragen
I appoint
you appoint
we appoint
ik beleg
jij belegt
wij beleggen
» meer vervoegingen van beleggen