Vertaling van to begin
I begin
you begin
we begin
ik begin
jij begint
wij beginnen
» meer vervoegingen van beginnen
I begin
you begin
we begin
ik begin
jij begint
wij beginnen
» meer vervoegingen van beginnen
I begin
you begin
we begin
ik begin
jij begint
wij beginnen
» meer vervoegingen van beginnen
aanvangen
inzetten
I begin
you begin
we begin
ik begin
jij begint
wij beginnen
» meer vervoegingen van beginnen
starten
aanvangen
I begin
you begin
we begin
ik begin
jij begint
wij beginnen
» meer vervoegingen van beginnen
intreden
I begin
you begin
we begin
ik zet in
jij zet in
wij zetten in
» meer vervoegingen van inzetten
opvatten
openen
opstarten
I begin
you begin
we begin
ik start
jij start
wij starten
» meer vervoegingen van starten
I begin
you begin
we begin
ik begin
jij begint
wij beginnen
» meer vervoegingen van beginnen
I begin
you begin
we begin
ik span aan
jij spant aan
wij spannen aan
» meer vervoegingen van aanspannen
aangaan
I begin
you begin
we begin
ik zet aan
jij zet aan
wij zetten aan
» meer vervoegingen van aanzetten
Voorbeelden in zinsverband
The experiment has to begin.
Het experiment moet beginnen.
I can't wait for the weekend to begin.
Ik kan niet wachten tot het weekend begint.
To be surprised, to wonder, is to begin to understand.
Verbaasd zijn, zich verwonderen, is beginnen te begrijpen.