Vertaling van to bound
I bound
you bound
we bound
ik begrens
jij begrenst
wij begrenzen
» meer vervoegingen van begrenzen
inbinden
innaaien
I bound
you bound
he/she/it bound
ik brocheerde
jij brocheerde
hij/zij/het brocheerde
» meer vervoegingen van brocheren
I bound
you bound
he/she/it bound
ik boeide
jij boeide
hij/zij/het boeide
» meer vervoegingen van boeien
I bound
you bound
he/she/it bound
ik bond in
jij bond in
hij/zij/het bond in
» meer vervoegingen van inbinden
I bound
you bound
he/she/it bound
ik verbond
jij verbond
hij/zij/het verbond
» meer vervoegingen van verbinden
I bound
you bound
he/she/it bound
ik liep vast
jij liep vast
hij/zij/het liep vast
» meer vervoegingen van vastlopen