Vertaling van to break
I break
you break
we break
ik breek af
jij breekt af
wij breken af
» meer vervoegingen van afbreken
I break
you break
we break
ik breek
jij breekt
wij breken
» meer vervoegingen van breken
I break
you break
we break
ik breek los
jij breekt los
wij breken los
» meer vervoegingen van losbreken
I break
you break
we break
ik dresseer
jij dresseert
wij dresseren
» meer vervoegingen van dresseren
I break
you break
we break
ik breek
jij breekt
wij breken
» meer vervoegingen van breken
I break
you break
we break
ik onderbreek
jij onderbreekt
wij onderbreken
» meer vervoegingen van onderbreken
Voorbeelden in zinsverband
Tom doesn't want to break up with Mary.
Tom wil het niet uitmaken met Mary.
You have to break an egg to make an omelette.
Je kan geen omelet maken zonder eieren te breken.
They attempted to break through the enemy line.
Zij probeerden het vijandelijk front te doorbreken.