Vertaling van to buy
I buy
you buy
we buy
ik schaf aan
jij schaft aan
wij schaffen aan
» meer vervoegingen van aanschaffen
I buy
you buy
we buy
ik koop
jij koopt
wij kopen
» meer vervoegingen van kopen
I buy
you buy
we buy
ik schaf aan
jij schaft aan
wij schaffen aan
» meer vervoegingen van aanschaffen
I buy
you buy
we buy
ik koop aan
jij koopt aan
wij kopen aan
» meer vervoegingen van aankopen
I buy
you buy
we buy
ik koop om
jij koopt om
wij kopen om
» meer vervoegingen van omkopen
Voorbeelden in zinsverband
I want to buy.
Ik wil kopen.
I need to buy stamps.
Ik moet postzegels kopen.
I want to buy some ski boots.
Ik wil skischoenen kopen.
I'm going to buy a new car.
Ik ga een nieuwe auto kopen.
He isn't able to buy a car.
Hij is niet in staat een auto te kopen.
I want to buy a new car.
Ik wil een nieuwe auto kopen.
I want to buy ski boots.
Ik wil skischoenen kopen.
I would like to buy some aspirin.
Ik wil aspirine kopen.
Do you plan to buy that car?
Ben je van plan die auto te kopen?
I want to buy a new bicycle.
Ik wil een nieuwe fiets kopen.
I'd like to buy this doll.
Ik zou deze pop graag kopen.
That guitar is too expensive for me to buy.
Die gitaar is zo duur dat ik ze niet kan kopen.
Tom told Mary to buy some coffee and cigarettes.
Tom vertelde Mary om wat koffie en sigaretten te kopen.
She cannot persuade him to buy her a new car.
Ze kan hem niet overhalen om voor haar een nieuwe auto te kopen.
I can't afford to buy the new bicycle.
Ik kan me geen nieuwe fiets veroorloven.