Vertaling van to change
I change
you change
we change
ik kenter
jij kentert
wij kenteren
» meer vervoegingen van kenteren
I change
you change
we change
ik verander
jij verandert
wij veranderen
» meer vervoegingen van veranderen
I change
you change
we change
ik ruil
jij ruilt
wij ruilen
» meer vervoegingen van ruilen
I change
you change
we change
ik stap over
jij stapt over
wij stappen over
» meer vervoegingen van overstappen
omkleden
I change
you change
we change
ik verkleed
jij verkleedt
wij verkleden
» meer vervoegingen van verkleden
omkleden
I change
you change
we change
ik verkleed
jij verkleedt
wij verkleden
» meer vervoegingen van verkleden
verwisseling
I change
inwisselen
omruilen
omwisselen
I change
you change
we change
ik ruil
jij ruilt
wij ruilen
» meer vervoegingen van ruilen
I change
you change
we change
ik ruil in
jij ruilt in
wij ruilen in
» meer vervoegingen van inruilen
I change
you change
we change
ik contamineer
jij contamineert
wij contamineren
» meer vervoegingen van contamineren
I change
you change
we change
ik verschoon
jij verschoont
wij verschonen
» meer vervoegingen van verschonen
verruilen
I change
you change
we change
ik verwissel
jij verwisselt
wij verwisselen
» meer vervoegingen van verwisselen
keren
kenteren
I change
you change
we change
ik verander
jij verandert
wij veranderen
» meer vervoegingen van veranderen
omzetten
gewijzigd
wijzigen
variëren
modificeren
herscheppen
I change
you change
we change
ik verander
jij verandert
wij veranderen
» meer vervoegingen van veranderen
I change
you change
we change
ik help
jij helpt
wij helpen
» meer vervoegingen van helpen
I change
you change
we change
ik bepaal
jij bepaalt
wij bepalen
» meer vervoegingen van bepalen
variëren
wisselen
I change
you change
we change
ik varieer
jij varieert
wij variëren
» meer vervoegingen van variëren
Voorbeelden in zinsverband
It's hard to get people to change.
Het is moeilijk om mensen te veranderen.
The leaves have begun to change colors.
De blaadjes zijn begonnen van kleur te veranderen.
I'd like to change my room.
Ik wil graag mijn kamer veranderen.
I want to change my life.
Ik wil mijn leven veranderen.
I have to change buses two times.
Ik moet twee keer overstappen.
We have to change our plan.
We moeten ons plan veranderen.
It was difficult to persuade him to change his mind.
Het was moeilijk hem te overtuigen om van gedachten te veranderen.
You have to change trains at the next stop.
Op het volgende station moet u overstappen.
There's no need to change the oil every 3000 miles.
Het is niet nodig de olie elke 3000 mijl te vervangen.
With this train we have to change in...
Met deze trein moeten wij overstappen in...